DE SEPTEMBER BOXERS

Eerder dit jaar waren we op de Wereldtentoonstelling in Porto, de Atiboxtentoonstelling in Sankt Gallen en de Franse Nationale d’Elévage in Maison-Alfort. De “Jahressiegers” die traditioneel in september worden georganiseerd, wilden we dit jaar meemaken , niet met één boxer maar met een team. Een team van belgisch gefokte nakomelingen van de gestroomde Atiboxsieger van 2000: Franklin-Django van de Matenhof. Nadat we eerder op het jaar “Yaws van Sapho’s Hoeve” verloren hadden – nu ja, verloren: hij was naar Spanje vertrokken – werd het team als volgt samengesteld: “Vaya’s Box Zoran” (gele reu, Shana von infadar – Nathalie Tytgat, Ingmar Sioen), “Zeus van Sapho’s Hoeve (gele reu – Xandra van Sapho’s Hoeve – Toon Bongers), “Zénobie van Sapho’s Hoeve” (gestroomde teef – Varline de la Verdière – Petra Tommelein) en” ZZTop van Sapho’s Hoeve” (gele teef- Xarlett van Sapho’s Hoeve – Robin Leroy).

Onze eerste afspraak was op 9 september, in Krakow, waar de Poolse Jahressieger georganiseerd werd, een tentoonstelling die met het jaar interessanter wordt en dit jaar 154 boxers uit 7 landen samenbracht.  Heel wat nakomelingen van belgische reuen ( Vasko, Urban, Plato en Ugolino van de Hazenberg, Tikki en Toekaan van de Boksdoorn, Turio van Sapho’s Hoeve) kwamen in de plaatsingen, maar ook van italiaanse ( David, Benito en Caligula del Coll dell’Infinito, Magnum di Massumatico, Picasso della Cadormare, Prost degli Scrovegni) en spaanse reuen (Adan de Zizur,Titan de Loermo en vooral Dave del Segadors). Van de “lokale” dekreuen lijken op dit moment “Fellini Nostrum” en “Mozart Lider” de belangrijkste. “Nostrum” van Anna Bogucka, ”Lider” van Marek Lewandowski en de Tsjechische kennel van Alena Zarski “Moravia Box” waren dan ook de kennels die met fokgroepen vertegenwoordigd waren.

Beste van het Ras werd de gestroomde Jahressieger, een Vasko-zoon: “Odwet Exkalibur” en zoals U elders in deze Revue kunt zien is de afstamming van de acht Winners zeer divers maar van hoge kwaliteit, wat laat vermoeden dat de poolse fok over één of twee generaties overal in Europa zal meespelen.

Voor ons “dreamteam” begon de maand koud, sip en allesbehalve dromerig. Nog voor er één boxer gekeurd was mochten we konstateren dat onze beide wagens visite hadden gekregen ( op de parking van het hotel nog wel) en dat er naast enkele ruiten ook autopapieren, rekjes met CD’s, en autoradio’s  plus dito cd-spelers “verdwenen” waren. Behulpzaam met ons politiepraatje was de organisatie wel  – maar de spullen konden we vergeten en de terugreis met enkele open vensters ( hoe krijg je op zondag in Polen een nieuwe autoruit geplaatst ?) en zonder muziek was niet direct een aanlokkelijk vooruitzicht. Daarenboven, het regende.

De uitslagen deden de miserie vergeten: Zoran werd Pools Jahresjugendsieger en beste jeugdhond tout court, Zénobie behaalde de titel bij de gestroomde jeugdteven en ZZTop werd tweede nà, jawel een Poolse Django-dochter. Wat de volwassen klassen betreft: “Xanto van Sapho’s Hoeve” (meegereisd ‘hors catégorie’ en onder toezicht van ons bestuurslid Vicky van Isacker) won de kampioensklas wat hem het laatste ticket voor de Poolse Titel opleverde. Van ons team hadden we nu nog één ijzer in het vuur: “Zeus”, voor het eerste in open klas op een grote tentoonstelling. Hij won die klasse en in de eindkeuring ook de Jahressiegertitel bij de gele reuen. Een prettig gestoord tafereel , want een bevestiging van zijn  franse jeugdtitel enkele maanden eerder. De terugreis met enkele kartonnen ruiten werd dan wel winderig maar toch nog warm. Voor de muziek zorgden we zelf, al was het geen Polonaise.

De Vrijdag daarop vertrokken we naar Epperthausen waar op 15 en 16 september de duitseJahressieger georganiseerd werd. Niet enkel het weer was kil en nat, ook de sfeer op de tentoonstelling was dat. Zelden een Duitse jahressieger meegemaakt waar het zo stil was en waar het enthousiasme zo opvallend ontbrak. Het is ooit anders geweest. Niet dat er geen mooie honden waren, integendeel. Duidelijk was dat hier een “signaal” werd gegeven: “Voortaan zal de boxer ongecoupeerd zijn en wie niet met ons is , is tegen ons!”. In elk geval werd het aan de ringzijden zo begrepen. Optimisten zullen niet nalaten op te merken dat de algemeen vooropgestelde pronostiek voor de volwassen titels over de hele lijn juist bleek.

Belgie komt daarbij goed weg:  “Vasko van de Hazenberg” behaalde de titel bij de gele reuen, terwijl zijn nederlandse dochter “Numado Anastasia van de Meerpaal” niet enkel de titel bij de gele teven behaalde maar tevens, net als op de Atibox in Zwitserland, Beste van het Ras werd. Ons “dreamteam” daarentegen kwam er zoals verwacht vrijwel niet aan te pas : Zztop en Zénobie haalden de plaatsing niet, Zeus werd derde, Zoran toch knap tweede. Zelfs Daniella D’jandilla ( de jeugdwereldkampioene van Porto die al enkele maanden bij ons op IWR- en tentoonstellingsstage was, en voor het eerst na haar IWR 1 weer mee op stap was) haalde maar nipt de plaatsing. We hadden dus tijd om de dingen op een afstand te bekijken en dan hoefde je geen kynologisch wonderkind te zijn om toch interessante dingen te zien.

1/    De Atiboxtitels bij de teven, waren ook de Jahressiegertitels in Duitsland : Numado Anastasia van de Meerpaal en Atlanta v. German dream. Eersterangs boxers . Niets op af  te dingen. De Atiboxwinnaars bij de reuen waren niet ingeschreven (Zeffiro della Cadormare en Saverio di Soragna); de (reserve)winnaars van de kampioensklassen op de Atibox wonnen in Eppertshausen de gebruikshondeklassen én de titels : Vasko van de Hazenberg en Attila z. Liebenburg. Juist dat had de voorspelling zo makkelijk gemaakt. Toegegeven : de jeugdtitels waren voor de meesten een complete verrassing en nogal wat mensen stonden er met de mond vol tanden, wij ook. En nog toegegeven ( zo zijn wij nu eenmaal): de gestroomde jeugdteef, “Jacky van Maximilian” is zelfs met staart een heel knappe hond. Wat trouwens de pronostiek betreft, een gouden tip voor de gele teven 2002: Come-back v. Elisabeth Brunnen. Afspraak deze tijd volgend jaar. Tenminste, als ze dan nog màg meespelen: kwestie van staartlengte.

2/    Als we de afstamming van de 8 titelvoerders bekijken dan zijn er twee interpretaties mogelijk. Of wel stel je dat er echt naar één lijn en één type gekeurd wordt ( dat is goed als men voorstander is van de éénheidsgedachte voor keurmeesters, maar het staat wel haaks op de officiële fokrichtlijn van BK-München:  het noodzakelijk verbreden van de fokbasis). Ofwel besluit je precies dat die fokbasis ondanks alle bepalingen muurvast zit, , en dat er één reu allesbepalend is: Athos de l’Enfert Vert. Een paar lijntjes om dit te verduidelijken :

– Anastasia – Vasko – Sara – Plato – Athos

 – Vasko – Hiram – Esthée – Athos

– Attila – Plato – Athos

– Atlanta – Ibsen – Don carlos – Athos

– Ibsen – Hummel – Athos

– Arielle – idem Atlanta ( Ariëlle = moeder van Gismo & Granada )

– Balu – Kondor – Plato – Athos

Het zal ongetwijfeld aan ons liggen maar wij kunnen maar moeilijk volgen. Destijds heeft men de vader van Athos,  Xanthos vom Bereler Ries, verketterd omdat hij ( of tenminste : zij die hem gebruikten) het ras door een genetische flessehals getrokken had. Nu, vanuit Xanthos vertrekken er goed tien waardevolle vertakkingen. Athos is er daar één van. Een heel belangrijke, maar niet de enige. Want men dus nu schijnt bereikt te hebben – let wel: wij houden de afstamming van de titelwinnaars, gekozen door uitsluitend duitse keurmeesters, voor ogen en niets anders – is dat men, ondanks een batterij van fokbepalingen, precies hetzelfde gedaan heeft als wat men de “Xanthos-fanaten” verweet. Met dien verstande dat het nu erger is. En begrijp ons goed : wij hebben niets tegen Athos, wel integendeel!

Met andere woorden: als Eppertshausen het signaal moest geven waarover we het eerder hadden, dan moeten we konstateren dat die boodschap als een boomerang de duitse fokpolitiek in het hart van haar fokbeleid getroffen heeft.

Nu ja, het moet gezegd dat Duitsland altijd al een leerrijk land is geweest. Dit jaar was dat niet anders en niemand zal ons horen klagen. Om de draad weer op te nemen, eigenlijk zaten we met onze gedachten al een week verder:  23 september,  het terrein van de Sektie Roeselare, de Belgische CAC-speciale, zeg maar onze “Jahressieger”. Keurmeesters Josianne Ratton ( Présidente van de BCF) en Pedro Sanchez Algaba, helemaal uit Spanje. Via lottrekking enige minuten voor de start van de keuring kwam het mevrouw Ratton toe de reuen te keuren. Op één bui na viel het weer mee. De inschrijvingen al bij al ook : zeven landen vertegenwoordigd en een aantal boxers van topniveau. Hoog bezoek trouwens met Mevrouw Tineke Ulder (die Clubmatch 2 keurde),  uit Italië de dames Barbara Baravelli en Elisa Torregiani ( “Del Nettuno”) en uit Engeland John farell ( “Dunbridge”).

Het belgisch syteem kent slechts één winnaar  per geslacht en daardoor hebben wij slechts vier titels. De hoofdvogel bij de reuen ( de “KBBC-Koning” titel)  werd afgeschoten door de gestroomde franse reu “Pablo II de la Vadsö”, een Carsuo di Soragna zoon die pas onlangs in het bezit was gekomen van Ronald Nemec ( de eigenaar van Athos, jawel). Bij de teven ging de KBBC-Koningin titel en de speciale prijs voor het beste gangwerk (een apart nummer) naar de Spaanse gele teef  “Daniella d’Jandilla”- zij werd ook beste van het ras. Tineke Ulder moet daarbij een blij gevoel hebben gekregen want ook zij had Daniella tot BOB gekozen op de juli-clubmatch. Aanstippen dat Pablo in Eppertshausen vierde in z’n klasse werd net als Daniella. De reserves gingen respectievelijk naar “Zeus van Sapho’s Hoeve” en de Italiaanse teef  en “Raissa dale Spighe Dorate”, een gestroomde David-dochter.

Beste puppy werd de pas in Nederland geïmporteerde gele reu “Breno del Euro” van Toon Bongers. Eerder op het jaar werd deze piepjonge Class de Aikhall zoon ook al beste pup op de Spaanse Monografica .Z’n moeder, Gelsa de Itoiz, is ook de moeder van “Allure del Euro” een prachtige gele teef die vorig jaar Atiboxjugendsiegerin werd en in het voorjaar de Franse Jahressiegertitel behaalde, daar trouwens Beste van het Ras werd. De Beste Pup van die tentoonstelling en van de Atibox, ZZTop van Sapho’s Hoeve, werd derde in haar klas, terwijl de twee resterende dreamteam-leden opnieuw aanknoopten bij hun pools sukses : Vaya’s Box Zoran werd “KBBC-Prins” ( en beste jeugdhond), Zénobie “KBBC-prinses”. Ook de Franse jahressieger , Pierce de la Tour Couronnée, was van de partij:  hij won zijn klasse. De volledige uitslag kan u  elders in deze Revue nakijken, wat trouwens bij vergelijkend lezen onze eerdere indruk lijkt te bevestigen : de uitslagen onder poolse keurmeesters en deze van een nederlandse, een franse en een spaanse keurmeester komen in grote lijnen met elkaar overeen – maar verschillen beduidend van deze onder duitse of skandinavische keurmeesters.

We kunnen dat toetsen aan de Italiaanse resultaten. Nog in de nasleep van de lichte euforie over de revanche van het dreamteam maakten we ons op voor de laatste maar tevens heerlijkste herfstontmoeting: het Campionato dell’ Anno in Malo, een stadje dichtbij Venetië, op 29 en 30 september. Het Mekka van de Boxer. In tegenstelling tot vorig jaar een piekfijne organisatie ( de organisatie in Rumbeke  was trouwens ook OK: het lijkt erop dat de juiste mensen elkaar gevonden hebben). Een wondere wereld van maar liefst 560 ingeschreven boxers (Eppertshausen: 300) waarvan ik het aantal nationaliteiten maar niet geteld heb. Zes Italiaanse keurmeesters. Klassen van 30 of meer, waarvan je er per klasse zo 10 uithaalt die eender welke IB show in Europa kunnen winnen. Ook al kom je hier niet in de plaatsing: dit is genieten.

Ook hier zijn de spelregels wat afwijkend. Niet in de jeudklassen: vier winnaars. Wel bij de “groten”. Om de Titel, verdeeld per geslacht en per kleur, te kunnen winnen moet je een IPO hebben plus de Italiaanse keuring. Zijn er in die speciale klasse meer dan acht aanwezige honden, dan kunnen er twee titels voor die klasse aangeduid worden. En in die klassen volgt verder ook geen plaatsing: enkel de winnaar ( of winnaars) worden er uitgepikt.

Op die manier is het mogelijk dat er bijvoorbeeld bij de gele reuen dit jaar 2 jahressiegers zijn: Trinita del nettuno ( een Dany del Nettuno zoon die eerder op het jaar VDH-Europasieger werd en in 2000 Beste Reu op de Tsjechische Jahressieger)  en de minder bekende Zenith dell’Orcagna. Ook bij de gestroomde reuen was dat het geval : Gandj dell’orsagna en  Périco du Val d’Europe. Périco, die in 2000 zowat alle  belangrijke jeugdtitels op zijn naam schreef, was als jongvolwassen reu eerder dit jaar Croatisch Jahressieger geworden . Ondanks zijn jeugd heeft deze Ibsen-zoon met italiaanse moeder al heel wat pups rondlopen die in de jongste klassen furore maken. Bij de teven daarentegen kregen we telkens één winner : Lidia di Soragna (gestroomd) en Nicoletta della Cadormare (geel). Vooral deze laatste, een Zeffiro della Cadormare dochter maakte indruk. Ze maakt deel uit van een biezonder sterke generatie van gele teven : numado Anastasia van de Meerpaal,  Alluro del Euro,  Vivian van Sapho’s Hoeve, Espana del Tajo, Franzi v.st.Barbara, Lia del Trivium, Zenia v. Maximilian, Pandora della Talpa, daniella d’Jandilla. Maar daarmee loop ik op de feiten vooruit want op zaterdag hadden we natuurlijk eerst de jeugdhonden.

Al meteen zeggen dat Toon Bongers met de pup die ook al op de belgische en de spaanse jahressieger als beste gekozen werd, “Breno del Euro”, ook in Italie won. Een stuntdebuut kortom. Met meer dan driehonderd jeugdhonden was de zaterdagnamiddag veel te kort om alle ringen in de gaten te  houden, zeker als daarbij de jongste leden van ons team in aktie kwamen. ZZTop mocht als eerste in de ring, kon zich plaatsen en eindigde derde. Vaya’s box Zoran  kwam bijna gelijktijdig in de aanpalende ring, plaatste zich voor de laatste vier ( samen met een andere belgisch gefokte reu, nu in bezit van Evelien Bunk, Zirco del Trinitad: hij werd vierde) en won uiteindelijk zijn klasse. In de strijd om de gele jeugdtitel moest hij het afleggen tegen een zoon van Zeffiro : Cecco Beppe della Talpa. Nipt dus. Zowel Cecco als Zoran waren in Epperthausen tweede.Bij de gestroomde jeugdreuen hadden we net tijd genoeg om te zien dat één van de jonge Périco nakomelingen eerste werd: Dismo di Soragna. Een zeer mooie uitdrukking, net als bij zijn gele broer, Diofebo, die dit jaar jeugdwereldkampioen en Portugees jahresjugendsieger werd.

Nog één teamlid te gaan op zaterdag: Zénobie. Ook zij kon zich plaatsen, net als o.a. de franse Rhéa des Zé de philoctète die ze op iedere grote tentoonstelling tegenkomt en die eerder op het jaar Croatisch Jahresjugendwinster werd. Rhéa werd tweede, Zénobie werd één waarna ze won van de winnares van de debutantenklas. Resultaat : Zénobie werd „Camionessa dell’Anno Giovani“ . Vreugde in het belgisch kamp, niet alleen omdat dit de eerste keer was dat een belgisch fokprodukt een titel behaalde op het italiaanse Campionato maar evengoed omdat dit een onwaarschijnlijke reeks van drie was: de Jeugdtitel in Polen, België en Italië. Reden genoeg om te vieren dus op de feestavond van de Italiaanse Boxerclub, temeer omdat ik net die dag jarig was. Niet enkel een aantal italiaanse vrienden wist dat, maar ook ene Isaac Rusticus: deze Amigo gecombineerd met een italiaanse entourage, een goed gedekte tafel en een orkest is een prima recept voor Feest met hoofdletter en weerhaakjes. Plus… weinig slaap. We zullen het geweten hebben.

Van de zondagkeuringen waar opnieuw zo’n 230 boxers te bewonderen waren ( met om maar iets te noemen, een verschijning in veteraanklasse van de 9 jaar jonge Frömm della Galassia:  exuberant als een youngster, je geeft hem 5 jaar, niks meer)  heb ik de titels verklapt.

Wat ik nog niet vertelde was dat alle boxers die in België hun klasse wonnen en die in italie aanwezig waren, datzelfde ook dààr deden : Pablo II de la Vadsö, Pierce de la Tour Couronnée ( onze jeugdhonden van de zaterdag natuurlijk) en ook, in een zware klasse, het vierde lid van ons team : Zeus van Sapho’s Hoeve.Voor de nog geen 2 jaar jonge reu van Toon  en Sancuray betekent dit dat hij op de poolse, de franse,  de belgische en de italiaanse jahressieger telkens zijn klasse won, in Frankrijk jahresjugendsieger en (wat later) in Krakow Pools Jahressieger werd. En in Duitsland derde eindigde. Het is trouwens zeer opvallend dat enerzijds alle boxers die ik hier noem in Epperthausen hun slechtste resultaat van het jaar neerzetten terwijl anderzijds niet één van de duitse titeldragers in Italië ( of Polen of België of Frankrijk) aanwezig was: ik konstateer alleen maar wat iedereen zelf kan nakijken.

Liepen we al op wolkjes ( niet enkel door de resultaten van het dreamteam maar evenzeer door adrenalinestootjes veroorzaakt door het urenlang rondlopen tussen letterlijk honderden verrukkelijke boxers) er wachtte ons nog één taak. Het was de laatste dag dat ik Daniella bij mij had. Afgesproken was dat de eigenaars haar vanuit Venetië terug zouden meenemen naar Spanje. Er was ook afgesproken dat ik haar zou voorbrengen en dat ze zich niet zouden laten zien tot na de keuring. Ze hielden zich daar keurig aan. Als er in de dagen voordat we naar Italië afreisden – een trip waar ik erg naar uitkeek – iets op mijn lever had gelegen dan was dat het besef dat ik de dagen met deze zeer biezondere boxer aan het aftellen was.

Omdat ze geen italiaanse selektie had gedaan kon ze niet voor een titel in aanmerking komen: we hadden haar in open klas ingeschreven. Met de flair haar eigen won ze haar klasse. Op zich al een revanche voor Epperthausen – dat, ook al toegegeven, serieus op mijn maag lag wat Daniella betrof en niet alleen op die van mij. Daarna was het wachten op de keuring van jahressiegers en éénmaal dat gebeurd, de keuze van de beste reu : dat werd de gele Atiboxwinner 2000 die de kampioensklas gewonnen had, voor Zeffiro della CadormareClass de Aikhall.

Prima voor Class,  maar dat kelderde zo goed als zeker de kansen van Daniella. Stel u voor: de belangrijkste italiaanse tentoonstelling, zes italiaanse keurmeesters, beste reu wordt een spaans fokprodukt,… dat kunnen ze niet ook nog eens bij de teven maken! Niets laten blijken en meteen de ring in samen met de kersverse italiaanse titeldraagsters, Lidia en Nicoletta, plus de winnaars van de overige klassen: Quintina dei Monti del Sole, Franzi v. St. barbara ( die in haar klasse Espana del Tajo naar plaats twwe had verwezen) en Trudi  della Maga. Het helpt natuurlijk als je als duo al enkele finales betwist hebt, maar wennen doet dat niet. De routine en de concentratie zijn er ( bij beiden) maar de zenuwen ook, toch bij mij – veel minder bij Daniela. Met een daverend publieksapplaus won ze die finale. Ik wist nu dat ze wèl een kans had. Maar Class is hoe dan ook een imposante reu, zeker als je hem de ring ziet binnenkomen: één brok kracht en zelfbewustzijn. Daniela had niets meer te verliezen en ik wist uit ervaring dat het applaus haar wel degelijk deed groeien. Ze gaf geen krimp, liep volgens het boekje en toonde zich als een model op de catwalk (nu ja…): ze won. Daniella d’Jandilla, beste van het ras op het Campionato dell’Anno van de BCI!  Het publiek was enthousiast, net als haar eigenaar en fokker die nu pas echt uit hun dak gingen. Het gebeurt wel eens dat ik tot in mijn haarwortels trots ben op een boxer – dit was zo’n  ogenblik: dit was wat ze verdiend had, dit was haar plaats.

Die avond is Daniela terug naar Madrid vertrokken : tijdens haar verblijf in België had ze haar IWR1 behaald, werd ze “Koningin van de KBBC” en  werd ze op zes shows (waarvan 4 belangrijke rasspeciales)  vijf maal BOB en éénmaal vierde in haar klas.

Wij trokken terug naar België. Met een warm gevoel. De septembercampagne van het dreamteam gebouwd rond Franklin-Django van de Matenhof kon op de duitse afknapper na, in alle bescheidenheid maar met trots, geslaagd genoemd worden : ZZTop was op één beurt na telkens geplaatst, Zeus behaalde de Jahressiegertitel in Polen en het reserve in Belgie, Zoran behaalde jeugdtitels in Polen en Belgie,  Zénobie  jeugdtitels in Polen, België én Italië. Franklin-Django heeft na zijn fabuleuze 2000 campagne bakken ergernis en kritiek over zich heen gekregen. Het was de moeite om er op te antwoorden,…  via zijn nakomelingen.

Ingmar Sioen